Anwar Manlasadoon (29) is sinds 2015 in Nederland. De taal was voor Anwar een behoorlijke uitdaging. Het hielp hem om op openbare plekken te gaan zitten waar Nederlands werd gesproken én om te oefenen met een taalcoach. Inmiddels werkt hij één dag in de week als filiaalleider bij de Aldi en is hij columnist voor dagblad De Gelderlander. “Het maakt me blij dat mijn boodschap wordt gelezen!”
“Ik wil mensen verbinden, mijn verhaal vertellen. Daarom heb ik mijn uitgaansavondje met vrienden gisteravond vroeg beëindigd zodat ik vanochtend naar een congres over duurzaamheid voor nieuwkomers kon. Dat soort dingen vind ik belangrijk. Mijn ouders en broer wonen nog in Aleppo, Syrië. Ik ben afgestudeerd jurist, maar mijn diploma’s bleken in Nederland niet veel waard en daarom volg ik de opleiding Industrieel Ontwerp. Nederland heeft technici nodig, volgens de overheid. Ik zit nu in mijn 3e studiejaar. Dankzij mijn baan bij de Aldi kan ik mijn studieschuld beperken.”
Huilen van frustratie
“De Nederlandse taal was voor mij een uitdaging. Na Ter Apel was De Koepel in Arnhem mijn tweede AZC. Ik zat als advocaat in een voormalige gevangenis, dat was grappig. Op eigen initiatief ben ik begonnen om de vrijwilligers daar te helpen met opruimen en ik heb het boek ‘Leer Nederlands snel’ in het Arabisch gekocht. De vrijwilligers van De Koepel raadden mij aan om naar Rozet – een cultureel centrum in Arnhem – te gaan om rustig te studeren en ze gaven mij pen en papier. Ik bleef hele dagen in Rozet, ook al was ik moe of verdrietig. Dan hoorde ik constant Nederlands om mij heen. Ik begreep er niets van en zat ook vaak te huilen van frustratie. Maar gelukkig vond ik een taalcoach om tweemaal per week de taal mee te oefenen. Ook stapte ik meer en meer zelf op Nederlandse mensen af en herhaalde de zinnen en woorden die ik hoorde eindeloos.”
Student en docent
“Op zeker moment kwam de gemeente Arnhem met het aanbod om vijftien hoogopgeleide nieuwkomers Nederlandse les te geven. Ik was toen net geen beginner meer in de taal. De constructie van deze lessen was interessant. In de ochtend was ik student en in de middag docent. In de middag moest ik namelijk aan vijf anderen de Nederlandse taal uitleggen. Ik moest ‘s ochtends dus heel goed opletten en veel vragen stellen om alles ‘s middags goed over te kunnen brengen. "
Columns over cultuurverschillen
De Gelderse media waren ook geïnteresseerd in dit project en zo maakte ik kennis met De Gelderlander. De hoofdredacteur vroeg mij om eenmaal per week een column te schrijven. Ondertussen schrijf ik mijn columns zelf in het Nederlands. Ze gaan altijd over cultuurverschillen en hebben altijd een grappige draai. Ik wil mensen door mijn columns met elkaar verbinden. Soms vragen mensen op straat: ‘Ben jij Anwar, die van De Gelderlander?’ En als ze dan zeggen: ‘Ik lees je columns altijd met plezier’, maakt mij dat zó gelukkig. Dat mijn boodschap gelezen wordt! Het is een klein maar krachtig middel en ik doe iets nuttigs!”
Taal geneest
“De Nederlandse taal leren doe je met vallen en opstaan. Maar pak je eigen roer vast. Je kunt blijven denken: ‘Waarom zit ik nu alleen in Nederland, waarom is mijn familie door de oorlog verscheurd, ik voel me verdrietig en eenzaam’, maar dat helpt je allemaal niet verder. Zorg dat je de taal leert. Zo krijg je contacten, word je actief en heb je minder pijn.”
Taaltips
“Ik vind dat de Nederlandse overheid strakker mag zijn als het gaat om het leren van de taal. Mijn idee is dat elke nieuwkomer verplicht drie dagen in de week naar school gaat om Nederlands te leren en twee dagen per week vrijwilligerswerk doet. Het is namelijk zó belangrijk om de taal in de praktijk te oefenen. Een online cursus helpt je niet. Je blijft dan te veel binnen, wat vooral voor vrouwen nadelig kan zijn. Vrijwilligerswerk kun je doen in je eigen omgeving zoals op de school van je kinderen, of daar waar je je prettig voelt, bijvoorbeeld in de sportschool. Er is altijd wel een klusje en je moet er altijd de taal voor gebruiken. Maak gerust fouten en vraag aan een Nederlander hoe je woorden correct uitspreekt. Zeg woorden en zinnen die je hoort minstens vijf keer na. En lees alles wat los en vast zit. Je krijgt zo een goed beeld van een woord. De s-klank schrijf je soms bijvoorbeeld als een ‘z’, zoals bij ‘huizen’. En er zijn slimme trucjes. Als ik niet weet of een woord ‘het’ of ‘de’ is, maak ik er een klein woordje van. Dan is het altijd ‘het’.”
Toekomst
“Ik kan niet meer terug naar Syrië; ze zien me daar als deserteur. Ik denk dus dat mijn toekomst in Nederland ligt. Daarom ben ik op zoek naar een project om na mijn afstuderen mensen te helpen, ze met elkaar te verbinden en ze in actie te krijgen. Ik wil hier in Nederland als volwaardig mens leven en ik voel me gelukkig steeds meer thuis. Nederland heeft mij een plaats gegeven, maar daar heb ik zelf ook veel aan gedaan. Ik heb ervaring met het leren van een nieuwe taal en het integreren in de samenleving. En ik zal me altijd verantwoordelijk voelen voor het beeld van mijn landgenoten hier.”
Dit verhaal is geschreven door Anja Boerema in december 2019. De foto is gemaakt door Robert van Walsem.