Hoe ondersteun je als vrijwilliger anderstaligen die nauwelijks onderwijs hebben gehad in hun leven? Hoe stimuleer je de communicatie van deze praktijkleerders? Waarom is optimisme hierin zo belangrijk? Tijdens de sucesvolle coördinatoren-training ‘taalcoaching door praktijkleerders’ ging Annemarie Nuwenhoud van VU-NT2 op 6 november 2020 in op deze vragen. Want: “Vrijwilligers kunnen een glansrol spelen voor praktijkleerders”, aldus Annemarie. Lees hier de samenvatting.
“Mijn buurvrouw had heel veel vertrouwen in mij, dat heeft er voor gezorgd dat ik bleef geloven dat ik het kon!”
Uitgaan van wat de deelnemer wél kan
Vaak worden anderstaligen met weinig vooropleiding die de Nederlandse taal leren aangesproken met termen als, laaggeletterd, lager opgeleid, analfabeet, ongeletterd, ongeschoold of langzaam lerend. Men gaat dan uit van wat zij nog niet kunnen, zoals goed lezen en schrijven en op een schoolse manier leren. Praktijkleerders – de term die we bij voorkeur gebruiken – hebben vaak weinig vertrouwen in hun eigen kunnen, terwijl er toch ook veel is waar zij wél goed in zijn. Ze hebben het alleen op een andere, niet-schoolse, manier geleerd. Vertrouwen hebben in praktijkleerders en optimistisch zijn is dan ook de beste insteek. Taalvrijwilligers kunnen hier een heel belangrijke rol in spelen!
Leren communiceren – vier uitgangspunten
Iedereen kan talen leren, blijkt uit tal van onderzoeken. Voor praktijkleerders is het belangrijk onderscheid te maken tussen het leren communiceren en het leren lezen en schrijven. Vrijwilligers zijn van grote toegevoegde waarde bij het eerste: het beter leren spreken en luisteren. Voor het beter leren lezen en schrijven in het Nederlands is specifieke vakkennis en vakdidactiek een must. Dit is de taak van de gespecialiseerde (Alfa) NT2-docent, niet van vrijwilligers. Tijdens de training lichtte Annemarie toe welke vier principes van belang zijn en waar je in taalcoach-praktijk rekening mee kunt houden.
Belangrijke uitgangspunten
Tijdens de training bespraken we met elkaar wat belangrijke uitgangspunten zijn bij de ondersteuning van praktijkleerders. Zorg bijvoorbeeld dat je als vrijwilliger vertrouwen en geloof hebt in de deelnemer die je begeleidt. Soms zijn mensen al vaak teleurgesteld en hebben ze weinig zelfvertrouwen. Bedenk dat je hierin een grote rol kunt spelen die van onschatbare waarde is. Daarnaast de tip: train het oor, niet het oog. Werk zonder ondersteuning van het schrift. Alleen luisteren is ook leren. Laat beginners bijvoorbeeld meeluisteren tijdens de taalcoaching in groepjes. En wees geduldig, je bereikt meer dan je denkt!
Tips voor taalcoaching aan praktijkleerders
- Ga vooral met elkaar in gesprek. Wees heel terughoudend met het gebruik van materiaal.
- Stimuleer je deelnemers om Nederlands te luisteren via tv, radio, internet. Sluit vooral aan op wat mensen interessant vinden.
- Bekijk samen filmpjes die aansluiten op jullie interesse.
- Ga aan de slag met Total Physical Response (TPR). Ook leuk: vraag je deelnemer om in zijn of haar taal een TPR oefening te doen. Zo ervaar je zelf hoe moeilijk het is om een nieuwe taal te leren.
- Gebruik voorwerpen uit je huis en praat hierover als je online contact hebt. Of neem voorwerpen mee.
- Gebruik de dialogen van SpreekTaal 1 en 2 (zonder tekst!).
- Benut WhatsApp: maak foto’s van jezelf op verschillende plekken. Deel de foto’s met een spraakbericht erbij.
- Beeld uit wat je zegt en doe zo veel mogelijk voor.
Meer informatie
Wil je deze training voor je vrijwilligers organiseren of als coördinator zelf volgen? Neem dan contact met ons op.
Meer informatie over (online) ondersteuning aan praktijkleerders is te vinden in de e-learning voor taalvrijwilligers, te vinden op het extranet. Deze online omgeving is toegankelijk voor alle organisaties die zijn aangesloten bij Stichting Het Begint met Taal.